In de drie decennia tussen 1860 en 1890 maakten de schilders van de zogenaamde Haagse School naam in Nederland. De realisten gebruikten vaak nogal sombere kleuren, op één uitzondering na: Jan Hendrik Weissenbruch wordt beschouwd als een aquarellist die met zijn landschappen en de voorstellingen van een grandioze en bewolkte horizon tot op de dag van vandaag alom bewonderd wordt.
Weissenbruch, wiens echte voornaam Hendrik Johannes werd veranderd in Jan Hendrik, kwam uit de kunstenaarsfamilie Johannes Weissenbruch en Johanna Hendrika Zaag, in wiens huishoudmecenaat en eigen schilderwerk van groot belang waren. De kunstcollectie van Weissenbruchs omvatte werken van Andreas Schelfhout en Bartholomeus van Hove. Weissenbruchs neven Jan, Frederik Hendrik en Frederik Johann maakten ook naam in de Nederlandse kunstwereld als schilders van stadsmotieven, lithografen en graveurs. Toen Jan Hendrik 16 jaar oud was, volgde hij schilderlessen bij Bartholomeus van Hove en Johannes Low aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten. Overdag werkte Weissenbruch samen met Salomon Verveer en Johannes Bosboom in het atelier van Van Hove, voornamelijk aan decorstukken voor de Koninklijke Schouwburg.
Als gerenommeerde vertegenwoordiger van de romantische landschapsschilderkunst had Andreas Schelfhout een sterke invloed op Weissenbruchs vroege werk. Daarnaast werden zijn gedetailleerde landschapsvoorstellingen aangevuld met prachtige hemelpanorama's, die de grote bewondering van Weissenbruch voor Jacob van Ruisdael uit de 17e eeuw onthullen. Toch leerde hij al snel zijn eigen schilderstijl te perfectioneren. In 1847 exposeerde Jan Hendrik Weissenbruch voor het eerst zijn eigen werk op de tentoonstelling Living Masters. Hij was ook mede-oprichter van de Pulchri Studios in Den Haag, die vandaag de dag nog steeds wordt beschouwd als een vereniging van belangrijke schilders, fotografen en beeldhouwers. Hoewel het gerenommeerde Teylers Museum in Haarlem op dat moment een van zijn panoramische schilderijen had aangekocht, zou het tot het einde van de jaren 1880 duren voordat Weissenbruch uitgebreide publieke erkenning kreeg. Hij had zich toen verder ontwikkeld van een schilder van de Nederlandse Romantiek tot een hoofdpersoon van de Haagse School. Zijn voorstellingen van de zee en de duinen koesteren zich in het dichte licht van de wijde hemel, met alle aquarellen en enkele olieverfschilderijen die met vrije, delicate penseelstreken zijn geschilderd.
Hij gaf er de voorkeur aan om direct in de open natuur te schilderen. Jan Hendrik Weissenbruch is steeds terughoudender geworden om de kleuren te gebruiken voor maritieme motieven en heeft ze breed en losjes toegepast. Dit gaf de afbeeldingen een meer atmosferische kwaliteit en de meester kwam tot de conclusie dat lucht en licht verantwoordelijk zijn voor de magie van een landschapsschilderij. Persoonlijk werd Weissenbruch beschouwd als een man van directe spraak: In Nederlandse kunstkringen stond hij bekend als het "zwaard zonder genade". Zo had hij de eerste schilderijen Vincent van Goghs ooit op direct verzoek van de landschapsschilder Anton Mauve beoordeeld en hem aanbevolen minder met aquarellen en meer met een pen te tekenen - de pentekeningen behoorden toen tot Van Goghs eerste successen.
In de laatste twee decennia van zijn leven had Jan Hendrik Weissenbruch het absolute hoogtepunt van zijn kunstenaarschap bereikt. Zijn aquarellen en olieverfschilderijen trokken ook internationaal veel aandacht en werden vooral populair in Canada en Frankrijk. Vandaag de dag zijn zijn grote schilderijen te zien in onder meer het Rijksmuseum Amsterdam, het Gemeentemuseum Den Haag of het Groninger Museum.
In de drie decennia tussen 1860 en 1890 maakten de schilders van de zogenaamde Haagse School naam in Nederland. De realisten gebruikten vaak nogal sombere kleuren, op één uitzondering na: Jan Hendrik Weissenbruch wordt beschouwd als een aquarellist die met zijn landschappen en de voorstellingen van een grandioze en bewolkte horizon tot op de dag van vandaag alom bewonderd wordt.
Weissenbruch, wiens echte voornaam Hendrik Johannes werd veranderd in Jan Hendrik, kwam uit de kunstenaarsfamilie Johannes Weissenbruch en Johanna Hendrika Zaag, in wiens huishoudmecenaat en eigen schilderwerk van groot belang waren. De kunstcollectie van Weissenbruchs omvatte werken van Andreas Schelfhout en Bartholomeus van Hove. Weissenbruchs neven Jan, Frederik Hendrik en Frederik Johann maakten ook naam in de Nederlandse kunstwereld als schilders van stadsmotieven, lithografen en graveurs. Toen Jan Hendrik 16 jaar oud was, volgde hij schilderlessen bij Bartholomeus van Hove en Johannes Low aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten. Overdag werkte Weissenbruch samen met Salomon Verveer en Johannes Bosboom in het atelier van Van Hove, voornamelijk aan decorstukken voor de Koninklijke Schouwburg.
Als gerenommeerde vertegenwoordiger van de romantische landschapsschilderkunst had Andreas Schelfhout een sterke invloed op Weissenbruchs vroege werk. Daarnaast werden zijn gedetailleerde landschapsvoorstellingen aangevuld met prachtige hemelpanorama's, die de grote bewondering van Weissenbruch voor Jacob van Ruisdael uit de 17e eeuw onthullen. Toch leerde hij al snel zijn eigen schilderstijl te perfectioneren. In 1847 exposeerde Jan Hendrik Weissenbruch voor het eerst zijn eigen werk op de tentoonstelling Living Masters. Hij was ook mede-oprichter van de Pulchri Studios in Den Haag, die vandaag de dag nog steeds wordt beschouwd als een vereniging van belangrijke schilders, fotografen en beeldhouwers. Hoewel het gerenommeerde Teylers Museum in Haarlem op dat moment een van zijn panoramische schilderijen had aangekocht, zou het tot het einde van de jaren 1880 duren voordat Weissenbruch uitgebreide publieke erkenning kreeg. Hij had zich toen verder ontwikkeld van een schilder van de Nederlandse Romantiek tot een hoofdpersoon van de Haagse School. Zijn voorstellingen van de zee en de duinen koesteren zich in het dichte licht van de wijde hemel, met alle aquarellen en enkele olieverfschilderijen die met vrije, delicate penseelstreken zijn geschilderd.
Hij gaf er de voorkeur aan om direct in de open natuur te schilderen. Jan Hendrik Weissenbruch is steeds terughoudender geworden om de kleuren te gebruiken voor maritieme motieven en heeft ze breed en losjes toegepast. Dit gaf de afbeeldingen een meer atmosferische kwaliteit en de meester kwam tot de conclusie dat lucht en licht verantwoordelijk zijn voor de magie van een landschapsschilderij. Persoonlijk werd Weissenbruch beschouwd als een man van directe spraak: In Nederlandse kunstkringen stond hij bekend als het "zwaard zonder genade". Zo had hij de eerste schilderijen Vincent van Goghs ooit op direct verzoek van de landschapsschilder Anton Mauve beoordeeld en hem aanbevolen minder met aquarellen en meer met een pen te tekenen - de pentekeningen behoorden toen tot Van Goghs eerste successen.
In de laatste twee decennia van zijn leven had Jan Hendrik Weissenbruch het absolute hoogtepunt van zijn kunstenaarschap bereikt. Zijn aquarellen en olieverfschilderijen trokken ook internationaal veel aandacht en werden vooral populair in Canada en Frankrijk. Vandaag de dag zijn zijn grote schilderijen te zien in onder meer het Rijksmuseum Amsterdam, het Gemeentemuseum Den Haag of het Groninger Museum.
Pagina 1 / 1