Byzantijnse kunst bestrijkt een enorme periode, aangezien het verwijst naar het gehele Byzantijnse Rijk, dat zich uitstrekte van de 4e eeuw tot de 15e eeuw. Zelfs toen het Byzantijnse Rijk - ook Byzantium, of Oost-Romeinse Rijk - eindigde met de val van Constantinopel (1453), bleef de kunst levend. Er zijn overwegend religieuze thema's in de Byzantijnse kunst, bevorderd door de Kerk, die grote invloed had op de samenleving. Fresco's en paneelschilderingen speelden een grote rol en de icoon wordt beschouwd als een symbool van die tijd. Ook nu nog zijn ze een onmisbaar onderdeel van processies. Artistieke en heiligenbeelden ontwikkelden zich uit de laat-antieke figuratieve schilderkunst met haar afbeeldingen van doden, goden en keizers. De Oudheid was ook de inspiratiebron voor vele andere kunstvormen. De overgangen tussen de kunst van de oudheid en de Byzantijnse kunst, die veel elementen zoals zuilen, antieke trappen of ruiterstandbeelden heeft overgenomen, zijn dan ook vloeiend.
De Byzantijnse mozaïeken verwierven wereldfaam. Ook dit is een kunst die bij de Romeinen is ontstaan. Maar terwijl de Romeinen werkten met kleine steentjes, glas en keramiek, veredelden de Byzantijnen hun mozaïeken rijkelijk met bladgoud en edelstenen. De belangrijkste mozaïeken werden in Ravenna gemaakt. Een lichtend voorbeeld hiervan is de kerk van San Vitale uit de laat-antieke-vroeg-Byzantijnse periode. De bakstenen voorgevel van de kerk is bijna volledig bedekt met glinsterende goudmozaïeken en wordt verondersteld de oneindigheid te symboliseren. Het interieur vertoont ook rijke mozaïekversieringen met bloemen- en siermotieven op de vloer en de muren. Hier zijn de mozaïeken in warme aardse kleuren. Ook ivoorsnijwerk van hoge kwaliteit werd in Ravenna gemaakt. Kunstnijverheid speelde ook een belangrijke rol in dit tijdperk. Naast zilver- en goudsmeedwerk, email- en glaswerk, werden brokaat en zijden stoffen met oosterse motieven vervaardigd. Het schilderen van boeken en boekillustraties maakten hier ook deel van uit. De beeldhouwkunst werd enigszins stiefmoederlijk behandeld, want beeldhouwers moesten het meestal doen met reliëfs, omdat beeldhouwwerken als "heidens" werden beschouwd.
Natuurlijk had de Byzantijnse kunst een grote invloed op de Europese kunst en kerkarchitectuur, op de paneelschilderkunst in Italië of op de afbeeldingen van de Maagd Maria in de laatgotische periode. Vooral in Italië waren Byzantijnse elementen aanwezig in alle kunststromingen, van Romaans tot Gotiek en Renaissance. Venetië, als voormalige kolonie, werd bijzonder sterk beïnvloed door de Byzantijnse kunst. En na de verovering van Constantinopel (1204) door Venetiaanse kruisvaarders kwamen talrijke kunstschatten naar de lagunestad. Daaronder de quadriga van de Hippodroom van Constantinopel, die vandaag vanaf de San Marco kathedraal naar beneden kijkt.
Dit monumentale artistieke tijdperk liet ook in Noord-Europa zijn sporen na. Bijvoorbeeld de Dom van Aken van Karel de Grote of de romaanse kerkgebouwen in Keulen. De Byzantijnse kunst beleefde een wedergeboorte tijdens de Romantiek van de 19e eeuw. Waarschijnlijk het beroemdste voorbeeld van neo-Byzantijnse architectuur is de Basilica Sacré-Cœur de Montmartre. Tijdens het bewind van Lodewijk I werden talrijke gebouwen opgetrokken met Byzantijnse stijlelementen zoals mozaïeken, tongewelven en kapitelen. In de vloer van de troonzaal van kasteel Neuschwanstein is een enorm mozaïek verwerkt.
Byzantijnse kunst bestrijkt een enorme periode, aangezien het verwijst naar het gehele Byzantijnse Rijk, dat zich uitstrekte van de 4e eeuw tot de 15e eeuw. Zelfs toen het Byzantijnse Rijk - ook Byzantium, of Oost-Romeinse Rijk - eindigde met de val van Constantinopel (1453), bleef de kunst levend. Er zijn overwegend religieuze thema's in de Byzantijnse kunst, bevorderd door de Kerk, die grote invloed had op de samenleving. Fresco's en paneelschilderingen speelden een grote rol en de icoon wordt beschouwd als een symbool van die tijd. Ook nu nog zijn ze een onmisbaar onderdeel van processies. Artistieke en heiligenbeelden ontwikkelden zich uit de laat-antieke figuratieve schilderkunst met haar afbeeldingen van doden, goden en keizers. De Oudheid was ook de inspiratiebron voor vele andere kunstvormen. De overgangen tussen de kunst van de oudheid en de Byzantijnse kunst, die veel elementen zoals zuilen, antieke trappen of ruiterstandbeelden heeft overgenomen, zijn dan ook vloeiend.
De Byzantijnse mozaïeken verwierven wereldfaam. Ook dit is een kunst die bij de Romeinen is ontstaan. Maar terwijl de Romeinen werkten met kleine steentjes, glas en keramiek, veredelden de Byzantijnen hun mozaïeken rijkelijk met bladgoud en edelstenen. De belangrijkste mozaïeken werden in Ravenna gemaakt. Een lichtend voorbeeld hiervan is de kerk van San Vitale uit de laat-antieke-vroeg-Byzantijnse periode. De bakstenen voorgevel van de kerk is bijna volledig bedekt met glinsterende goudmozaïeken en wordt verondersteld de oneindigheid te symboliseren. Het interieur vertoont ook rijke mozaïekversieringen met bloemen- en siermotieven op de vloer en de muren. Hier zijn de mozaïeken in warme aardse kleuren. Ook ivoorsnijwerk van hoge kwaliteit werd in Ravenna gemaakt. Kunstnijverheid speelde ook een belangrijke rol in dit tijdperk. Naast zilver- en goudsmeedwerk, email- en glaswerk, werden brokaat en zijden stoffen met oosterse motieven vervaardigd. Het schilderen van boeken en boekillustraties maakten hier ook deel van uit. De beeldhouwkunst werd enigszins stiefmoederlijk behandeld, want beeldhouwers moesten het meestal doen met reliëfs, omdat beeldhouwwerken als "heidens" werden beschouwd.
Natuurlijk had de Byzantijnse kunst een grote invloed op de Europese kunst en kerkarchitectuur, op de paneelschilderkunst in Italië of op de afbeeldingen van de Maagd Maria in de laatgotische periode. Vooral in Italië waren Byzantijnse elementen aanwezig in alle kunststromingen, van Romaans tot Gotiek en Renaissance. Venetië, als voormalige kolonie, werd bijzonder sterk beïnvloed door de Byzantijnse kunst. En na de verovering van Constantinopel (1204) door Venetiaanse kruisvaarders kwamen talrijke kunstschatten naar de lagunestad. Daaronder de quadriga van de Hippodroom van Constantinopel, die vandaag vanaf de San Marco kathedraal naar beneden kijkt.
Dit monumentale artistieke tijdperk liet ook in Noord-Europa zijn sporen na. Bijvoorbeeld de Dom van Aken van Karel de Grote of de romaanse kerkgebouwen in Keulen. De Byzantijnse kunst beleefde een wedergeboorte tijdens de Romantiek van de 19e eeuw. Waarschijnlijk het beroemdste voorbeeld van neo-Byzantijnse architectuur is de Basilica Sacré-Cœur de Montmartre. Tijdens het bewind van Lodewijk I werden talrijke gebouwen opgetrokken met Byzantijnse stijlelementen zoals mozaïeken, tongewelven en kapitelen. In de vloer van de troonzaal van kasteel Neuschwanstein is een enorm mozaïek verwerkt.
Pagina 1 / 4